Samenvatting
Je cirkel uit
Ben je sprekend jezelf, dan communiceer je altijd vanuit je tweede cirkel. Vlieg je hieruit, dan ga je steeds verder van jezelf af. Het lijkt zo makkelijk en logisch en toch gaat het vaak mis. Sommige mensen spreken 80 procent van de dag vanuit hun eerste of derde cirkel. Dit is dan een ingesleten patroon geworden, een gewoonte. Je zou makkelijk kunnen denken dat dit is hoe jij bent. Maar in werkelijkheid ben je dan bijna chronisch (te) hard aan het werk en niet of nauwelijks in contact met jezelf en je gesprekspartner(s). Dit gaat altijd ten koste van de impact die je maakt en vaak ook van de inhoudelijke boodschap.
Het gaat om bewustzijn
Het is een utopie om te denken of hopen dat je na het lezen van dit boek nooit meer je cirkel uit zult schieten. Zelfs na actieve training zul je merken dat het mechanisme niet verandert. Wat wel kan veranderen is je reactie hierop. Hoe sneller je bij jezelf herkent wanneer je vanuit je eigen cirkel communiceert en presenteert en wanneer je eruit dreigt te vliegen, hoe sneller je ook kunt kiezen om in je cirkel te blijven of er terug in te stappen.
Het gaat dus om bewustzijn: wanneer schiet je je cirkel uit en hoe kom je er weer terug in? Herken de oorzaken en je reactie. Nog even een opsomming:
Je eigen aannames en gedachten
Impostor syndrome
‘Straks val ik door de mand.’
Interne criticu
‘Ik sla weer net als altijd de plank mis.’
Sociale gewenstheid
‘Ik ga mijn hoofd niet boven het maaiveld uitsteken.’
Bescheidenheid/schaamte
‘Wie zit er nou op mij te wachten?’
Perfectionisme
‘Het kan zoveel beter.’
De reactie van de ander
Opgetrokken wenkbrauw
‘Hij vindt het vast helemaal niks.’
Frons
‘Ze geloven me niet.’
Scherpe toon
‘Zij is het niet eens met wat ik zeg.’
Rommelen in tas / kijken op telefoon
‘Ik moet sneller, het duurt te lang.’
Haast en tijdsdruk
Je hebt maar 5 minuten tot de pauze
‘Ik moet sneller praten.’
Je komt te laat op je afspraak
Hoge adem, gejaagd gevoel
De vergadering is bijna afgelopen
‘Ik moet mijn punt nog maken, wanneer kan ik onderbreken.’
Onthoud: Je brein kan deze aannames, overtuigingen en gedachten niet controleren op waarheid. Je brein maakt namelijk geen onderscheid tussen fictie en feiten. Het gevolg van deze reacties is dat je:
- niet meer of minder luistert naar de ander;
- zelf minder scherp bent op de inhoud;
- harder gaat werken om te overtuigen.
Allemaal gevolgen die de inhoud van de boodschap niet ten goede komen. Dit gebeurt ook al in heel kleine subtiele signalen en vaker dan jij in de gaten hebt. In de laatste praktijkoefening ga je aan de slag met deze gedachten.
Ruimte geven en ruimte nemen
Wat jij laat zien en uitstraalt, heeft effect op je gesprekspartner(s) en je publiek. De ander veranderen lukt niet. Maar door je eigen presentatie en non-verbale communicatie aan te passen kun je indirect wel de reactie van de ander veranderen. Met jouw presentatie kun je ruimte geven of ruimte innemen.
Stel: jouw gesprekspartner is in zijn/haar derde cirkel geschoten en neemt voor jou (te) veel ruimte in. Je hebt dan een aantal opties. Jij kunt:
- om ruimte vechten – Je gesprekspartner en jij zitten beiden in de derde cirkel.
- je terugtrekken – Je schiet in de eerste cirkel en je gesprekspartner blijft waarschijnlijk doen wat hij of zij deed.
- in je tweede cirkel blijven – Je blijft stevig en ontspannen staan. De kans is groot dat je hiermee op een natuurlijke manier ruimte krijgt. Dit zal niet altijd meteen gebeuren en in sommige situaties is het nodig vanuit deze positie te benoemen dat je bijvoorbeeld iets wilt inbrengen.
Je cirkel in
Vaak heb je een aantal triggers die ervoor zorgen dat je jouw tweede cirkel uit schiet. Als er een patroon is en steeds dezelfde situaties je uit je cirkel brengen, dan is het interessant de oorzaak te onderzoeken. Als je eenmaal herkent wanneer je je cirkel uit gevlogen bent, kun je er ook voor kiezen weer terug te gaan.
Lees in het boek verder hoe je dat doet.